Een gesprek onder leiding van Menno van Duin, lector crisisbeheersing en Gunther Baelen, projectleider jongerenwerk.
wat?
Bij maatschappelijke onrust in de wijk is er vaak sprake van onvrede, die onder meer gaat over kansenongelijkheid. De overheid wordt niet gezien als een organisatie die kansen biedt. De mogelijkheden voor vroegsignalering zijn beperkt, maar dat wil niet zeggen dat het onmogelijk is. Monitoren, informatie en kennis bundelen zijn nuttig.
Er was een duidelijk gevoel dat het mis zou gaan rondom de coronamaatregelen. Net voor de 'avondklokrellen' hadden jongerenwerkers een brandbrief gestuurd naar diverse gemeenten. Er zat een week tussen de brief en de rellen. De kern is en blijft contact hebben en verbinding zoeken.
Tijdens de sessie ontstaat er een levendig gesprek, er is behoefte aan het stellen van vragen. Ook vragen waar misschien geen antwoord op is. Uit de discussie over de rol van lokaal versus Rijk blijkt wederom duidelijk dat het essentieel is dat er eenduidige informatie komt vanuit de Rijksoverheid.
Hoe?
Onrust speelt zich af binnen een bepaalde context. Je kan die nooit los hiervan begrijpen. Jongeren kunnen worden meegenomen in het moment. Dat maakt de timing van ingrijpen altijd lastig. Je bent meestal of te vroeg, of te laat.
Kwetsbare groepen moeten de mogelijkheid hebben zich op veilige manieren te kunnen uiten zonder negatieve reacties en stigmatisering, die de overheid in stand houdt.
Uit de zaal komt de wens om één woordvoerder vanuit het Rijk te hebben. Alles begint met het zijn van een betrouwbare overheid.
Kritische notEN en suggesties
In meerdere sessies - en ook hier - is te horen dat door de bezuinigingen de overheid minder in de haarvaten van de samenleving zit. Hoe gaan we weer de wijken in? Blijf goed kijken naar de relatie met de samenleving.

Ook was er bij de 'avondklokrellen' sprake van gebrek aan kennis, de manier van voorlichting had beter gekund. Er is weinig gebruik gemaakt van doelgroepenbenadering. Er was betere informatie vanuit het Rijk nodig. 
Hoe kunnen we kansenongelijkheid nivelleren? Dat is de grote zoektocht. Richt je niet alleen op het bijzondere, richt je op het normale.
Weet de gemeente wel voldoende wat er speelt? Is er wel een informatiepositie van de gemeente? Is dit niet erg gefragmenteerd? Hoe verbind je alle stukken informatie? En hoe duid je die informatie?
Laten we breder kijken, kijk ook naar niet-veiligheidsinformatie. Kan een gemeente die rol pakken? De uitdaging ligt in het verbinden van informatiebronnen.



Back to Top